vrijdag 27 juli 2012


KROMO WIE? 

Hij keek nog maar eens naar de foto in de krant. Met een zonnebril op en in haar gewone kleren was ze ook best knap……. Maar haar naam……die kon hij aldoor maar niet goed uitspreken.Hoe vaak had hij het niet geprobeerd? Één keer was het hem gelukt; het was er zomaar ineens uitgekomen: Ranomi Kromowidjojo! Maar toen hij het even later nóg eens  wilde proberen ging het weer fout. “Ranomi” dat ging nog, dat was de moeilijkheid niet, maar de rest……Hoe lang zat hij nu al weer  aan de rand van het zwembad? Krowomidjojo, Kjomowidojo, Jomokimono…….Zo bleef hij maar oefenen en zo bleef hij zich maar ergeren. God hier en gunder! Waarom heette ze niet gewoon….. Veldhuis of zo. Schrijven kon hij haar naam wél maar…..Hij probeerde het nóg maar eens, maar op een andere manier. Hoe had hij vroeger leren lezen?! M – U – S  MUS. Precies! Nou, volgens deze methode zou “Kromowidjojo” vast óók wel lukken. Maar……het lukte niet. Hij staarde naar de foto, wat was ze knap…..en hij staarde naar haar naam. Kromowidjojo……en uit haar naam haalde hij kleine woorden, zoals: kim kir kom koor koord krom rok room rook rood oom ook oord moor moord dok door droom……. en nog véle woorden méér en hij werd een beetje moe daar aan de rand van het zwembad en merkte niet dat zijn zusje plotseling achter hem stond en zei: Kromo wie? En hij schrok, zette het op een lopen en schreeuwde: Ranomi Kromowidjojo Ranomi Kromowidjojo Ranomi Kromowidjojo Ranomi Kromowidjojo! Wel duizend keer! En hoe hard zusje ook riep dat Ranomi al een vriend had en veel te oud voor hem was, en dat hij zijn kleren moest aandoen omdat hij daar in zijn zwembroek over straat liep…….. hij hoorde alleen zichzelf en hij blééf het roepen, drie dagen lang: “Ranomi Kromowidjojo Ranomi Kromowidjojo Ranomi Kromowidjojo”!

maandag 23 juli 2012


TOURFLITS

CHAMPAGNE OP MAANDAG

Nog één Tourflits, mét champagne, want die heb ik gisteren gemist. Bradley Wiggins, de eerste Britse Tourwinnaar in de geschiedenis, heeft gebroken met wat de laatste jaren traditie was geworden. Overigens; ik ben geen voorstander van champagne op de fiets. Ik gun de renners alles, maar koers is koers. Aan de andere kant heb ik bewondering voor hen die door Mart Smeets - een tikkeltje te vaak naar mijn zin – van het etiket “A – typische renner” worden voorzien en die de koers de koers laten als hen dat beter lijkt. Franky de Gendt, een zeer getalenteerde renner in dienst van Vacansoleil - DCM liet de Tour de Tour om in het huwelijk te treden. De grote dag stond reeds lang vast en daar wilde Franky niet van afwijken. We gaan hem nog zien, volgend jaar. Ik kan genieten van teamwork maar ook van renners die hun eigen weg gaan, zelf ook nadenken en niet alle stalorders zomaar blind opvolgen. Ook renners die iets hebben goed te maken, revanche nemen op zichzelf, zoals David Millar en Alejandro Valverde hebben getoond, renners met een dopingverleden, hebben mijn sympathie. De Tour zit vol met van alles, als het leven. Voor Laurens Ten Dam – ook een A -typische renner genoemd door Smeets - werd de koers anders toen zijn kopmannen wegvielen. Plotseling moest hij zich andere doelen stellen en dat ging hem goed af. Bovendien heeft Ten Dam nog een mooi kort verhaaltje in AD Sportwereld vandaag. Hij was zaterdag voor de tijdrit alleen aan het trainen en werd verrast door een Frans jongetje dat hem toeriep: “Allez Ten Dam”. De “A - typische renner” herkende zichzelf in het ventje als achtjarige toen hij alle renners van het peloton bij naam kende en genoot er van. Bradley Wiggins heeft gelijk, óók omdat er veel kleine wielrennertjes rondlopen. Champagne? Prima. Maar na de koers.        

vrijdag 20 juli 2012


TOURFLITS

RONDJE ZANDWEG

”We fietsen de Zandweg rond”, heette het vroeger. We fietsten met een clubje van vijf. Wim was Anquetil en ik Darrigade. Wie Theo, Rik en Simon waren weet ik niet meer. Op de Dijk, voor het huis van Van Londen was een streep getrokken met het hinkelhokkenkrijt van de meisjes. Zij stonden klaar om af te tellen om ons met onze gammele schoolfietsen op pad te sturen. Wat een chaos. Het was avond, warm nog en druk als bij de Tour de France. Er staken nog wat kleuters voor ons over en een hond en er moesten er onverwacht nog een paar naar bed of in bad wat ook weer voor oponthoud  zorgde, maar toen kregen we dan toch het sein voor vertrek. We fietsten de Dijk uit, richting Burgemeester Verderlaan. Weg uit onze kinderrijke buurt hoorden we alleen onze fietsen nog. Krakende zadels, klepperende kettingkasten, piepende trappers. Er was een klein orkest op weg dat lang bij elkaar zou blijven. Niemand van ons haalde het in zijn hoofd om te demarreren. We moesten zorgen voor een daverende eindsprint, daar zou iedereen het meeste plezier aan beleven en daar bereidden we ons op voor. Het rondje is 4,8 km. maar voor ons in die tijd was het precies 200 meter langer. Er stonden nog geen paaltjes in die dagen, Steef reed op zijn Norton - zonder helm! - met de snelheid die men verder alleen op het circuit van Assen gewoon was. Wij deden het kalm aan, maar met  de Zandweg en de Woerdlaan achter ons, bij het opdraaien van de Dijk werd het tempo opgeschroefd en was de nervositeit te ruiken. Wie zou zijn zenuwen het beste in bedwang kunnen houden…..Goes, Brouwer, De Bruin……de laatste bochten voor de meet…..Alles uit de buurt stond daar te wachten, we zagen ze en hoorden ze klappen en schreeuwen. Ik kon niet langer wachten. Bij Wagevoort ging ik aan en pakte een paar meter, nog zeventig, nog zestig nog vijftig meter, Wim kwam naast me en ik hield het niet meer maar deed alles om tenminste nog tweede te worden. Onder een orkaan van geluid denderden we over de streep waar de meisjes ons opvingen met water, gortenpapflessen met water........Het was op een mooie avond in één van die zomers van een jaar. Twintig fietsen geleden.

donderdag 19 juli 2012


TOURFLITS

BEETJE FLETS

Het is meerdere keren voorgekomen tijdens een Tour de France dat de helikopter de lucht niet in mocht en de televisiekijker verstoken bleef van beelden van bovenaf. In de Pyreneeën, waar de afgelopen dagen geen vuiltje aan de lucht was, kan het flink spoken en kunnen regen en mist voor nóg meer spanning zorgen én……..voor prachtige beelden! Vanaf de grond, dat wel, maar hoe mooi is het niet als uit een muur van mist, schijnbaar vanuit het niets, voorafgegaan door auto’s en motoren met mistlampen aan, een eenzame vluchter of het kleurrijke lint van een peloton opdoemt……Probeer het dan maar eens droog te houden. Beelden van een droge Parijs - Roubaix kunnen trouwens ook iets met je doen. Renners gehuld in een stofwolk hebben menig mooi plaatje opgeleverd in de loop der jaren. Beelden kunnen met je aan de haal gaan waarbij je jezelf afvraagt: wie eet wie nu op? Je doet je tegoed aan de immense taart van het landschap maar op een zeker punt wordt je gegrepen door dat landschap, wordt je opgeslokt door de beelden en zijn de rollen omgedraaid…….. Vandaag hebben we toch nog een beetje mist in de Pyreneeën! En zo hoort het ook, zegt Maarten Ducrot. Het wegdek is nat hier en daar en de trieste geschiedenis van Luis Ocana die in de afdaling van de Col de Mente door een zware val de Tour van 1971 verloor, wordt opgerakeld. Dit jaar is er minder drama en als de strijd, het aanvallend fietsen, achterblijft bij de mooie plaatjes, wordt alles toch wat flets. 

woensdag 18 juli 2012


TOURFLITS

VOECKLER, VOECKLER EN VOECKLER

 
Een fotograaf maakt snel nog een kikker, een koe graast onverstoorbaar en het peloton raast voorbij, met of zonder vochtafdrijvers maar zonder Fränk Schleck, zoveel is zeker. Het is 38 graden en 38 renners zijn weg. Het is de eerste warme dag in deze Tour, de commentatoren praten over (teveel) drinken, en over eten met frisse tegenzin. Een “hongerklop met een volle pens” ligt op de loer, het is vaker voorgekomen. Voeckler is als eerste op de top van de Aubisque en gaat het gevecht met Kessiakoff aan om de bolletjestrui. We gaan naar het dak van de Tour, de Tourmalet. Dit is het gebied van adelaar en aasgier, zij zwieren boven de renners en vluchten voor de helikopter van waaruit prachtige opnames worden gemaakt. Ook op de Tourmalet is Voeckler als eerste boven en ook op de Aspin. In de groep met klassementsrenners heeft Evans een achterstand van 35 seconden……Komt er nog méér spektakel? Het is een lange zit, zes en een half uur voor de televisie is ook voor mij bijna teveel van het goede, en hoe is dat bij de mensen die het commentaar verzorgen? Voeckler die op de Peyresourde de bollentrui pakt, is inmiddels al 4 keer 33 jaar geweest en daarmee drie keer ouder dan zijn vader die ooit bij een zeiltocht op zee gebleven is……. Nibali probeert het Wiggins moeilijk te maken maar rijdt samen met Froome Evans op vijf (!) minuten.Uiteindelijk is het de dag van Voeckler; hij wint de etappe, hij verovert de bergtrui en krijgt ook nog de prijs voor de strijdlustigste renner!

dinsdag 17 juli 2012


TOURFLITS

VIVE LE VÉLO

VanderAerden vertelt over zijn groene truien en Blaudzun is lyrisch over Lombardije maar zij worden ingehaald door het treintje van Artouste, het treintje van de stilte. We mogen mee door de Pyreneeën en zijn in de wolken weg van Pau en Fédrigo. We rillen van ontzag en zijn weer kind. We zien een adelaar maar durven hem niet na te kijken, zo dicht langs het ravijn. Klein zijn we, en stil. Echtparen zitten hand in hand, sommigen filmen, anderen maken foto’s, wijzen naar wat ze beneden zien. Een renner? Nú al, voor iedereen uit? Geitenpaadjes, als grijze draadjes geweven in een groen kleed, een groot groen kleed dat onverschillig lijkt neergesmeten door iemand met een gelukkige hand…..Er wordt iets verteld maar het iets ontgaat me, niets wil ik weten nu. Dáár ergens, verderop, ligt de Aubisque en daar lag Wim van Est in zijn gele trui. In het ravijn. Hij leek op een boterbloem, volgens ooggetuigen, en een horlogefabrikant vond dat wel dichterlijk maar niet commercieel. De Alpen zijn lieflijk, zegt iemand met The Sound of Music voor ogen, maar de Pyreneeën……..Laat de renners het maar niet horen, denk ik. Het treintje van Artouste is gestopt en Vive Le Vélo, De Avondetappe van onze zuiderburen, ook. We blijven hier en wachten in spanning af.   

maandag 16 juli 2012

TOURFLITS

HET DILEMMA VAN JULI

Op regenachtige dagen zoals vandaag, deed het probleem zich niet voor en ook tijdens vakantiedagen waarop Pluvius zich liet gelden, was de keuze niet zo moeilijk en hoefde ik me niet al te schuldig te voelen wanneer ik een middag voor de televisie doorbracht om de Tour te volgen. Maar vaak heb ik voor het dilemma gestaan, in de maand juli; ga ik naar de Tour kijken of ga ik in de tuin in het zonnetje zitten, ga ik naar de Tour kijken of ga ik met de kinderen naar het zwembad of andere leuke dingen doen….Soms heb ik mezelf gehaat als ik tóch naar het wielrennen bleef kijken en me afgevraagd: wat bén ik voor een vader? Soms heb ik, simpele ziel, ook juli gehaat. Op de dagen in de Tourtijd waarop gewerkt moest worden was het niet zo moeilijk, werken gaat voor het meisje, maar ook in al die jaren in de winkel tussen de verf, met Radio Tour de France op de achtergrond, speelde tóch het probleem en hebben klanten soms tóch wat langer moeten wachten…..De onrust bij bijna elke aankondiging van wéér een Tourflits en de hulp hierbij (vanzelfsprekend niet voortdurend), van collega’s die mij ontzagen omdat ze op de hoogte waren van mijn gekte…….De laatste jaren kan ik het virus aardig onderdrukken maar helemáál er aan voorbij gaan, aan de Tour............Enfin, morgen rustdag.


zondag 15 juli 2012


TOURFLITS

KOPLAND EN KOPSPIJKERS

Na Komrij ging Kopland, de dichters ontsnappen in alfabetische volgorde zo lijkt het en niemand die ze terug kan halen. Het peloton dunt uit en de Dode Dichters Almanak wordt almaar dikker. Intussen is de Tour de laatste week ingegaan. We fietsen in de Pyreneeën waar kopspijkers zijn gestrooid en zijn terug in de Tour van 1905. In de eerste etappe tussen Meaux en Chalon - sur - Marne deden ontevreden supporters, die mogelijk protesteerden tegen de diskwalificatie van Maurice Garin in de Ronde van 1904, hetzelfde als de dwazen vandaag op de Mur de Péguère. Wat brengt iemand er toe kopspijkers te strooien? The fool on the hill haalt het niet in zijn hoofd, maar de ene fool on the hill is de andere niet……Rutger Kopland schreef het gedicht De dwaas bij het raam, naar The fool on the hill van Lennon en McCartney. Het staat in de bundel Alles op de fiets. De dwaas bij het raam, laatste strofe.

En niemand kijkt of schijnt
te kijken naar wat hij ziet
en niet kan laten zien.

Hij luistert naar niemand,
hij houdt niet van dwazen.
En zij niet van hem.
De dwaas bij het raam hij kijkt over de stad
naar de klok van de kerk en de tijd gaat voorbij.
 

zaterdag 14 juli 2012

TOURFLITS

KAMIKAZE KENNY

Ergens in de stoffige opslagruimte van mijn bovenkamer ligt een lade - uit zijn verband – met nutteloze zaken. Vergeeld en verfomfaaid, onder het Opnieuw Verbeterd en Aangevuld Utrechts Bijnamen Lexicon met daarin alles tussen Aal de Preu, koopvrouw uit de Willemstraat en Witte Selhorst, harmonicaspeler in het café van Aal van Unen, liggen Bahamontes, alias De Adelaar van Toledo, Charly Gaul, De Engel van de Bergen, Rik van Looy, De Keizer van Herenthals en vele anderen. Met hier een mier en daar een daas, aangevreten en bijna vergeten, liggen ze te liggen en duiken ze op, zo nu en dan. Namen en bijnamen. Het zijn er tientallen en de verzameling groeit nog altijd. De laatste aanwinst zegt voor de start van vandaag kansen te zien voor zichzelf. Hij beschikt over een goeie eindsprint  en schrikt nergens voor terug. Kenny van Hummel, die zichzelf Hummeltje noemt, groeide in de Tour van drie jaar geleden uit tot cultheld omdat hij zich in de zware bergetappes steeds in de buurt van de bezemwagen ophield, maar van opgeven niet wilde weten. Toch spreekt hij niet zo tot de verbeelding als Gerrie Knetemann, De Kneet, of Wim van Est, IJzeren Willem ooit deden. In de tijd van laatstgenoemde fietste ook Woutje Wagtmans. Hij was één van de renners met meerdere bijnamen. Door de eeuwige grijns op zijn gezicht werd hij De Clown van het Heike (buurtschap in het Noord - Brabantse Eersel) genoemd en omdat hij zijn rugnummer - 16 - eens omdraaide waardoor hij plotseling met 91 rondfietste, werd hij ook lange tijd aangesproken met Dik Trom. Kenny van Hummel dankt zijn bijnaam aan zijn onverschrokkenheid. Hij is voor de duivel niet bang en ook niet voor Cavendish alias Cannonball, zo zagen we eerder in deze Tour. Kamikaze Kenny wordt hij genoemd in het peloton en nee, hij wist niet te winnen vandaag. Dat deed André Greipel, De Gorilla.             

vrijdag 13 juli 2012


TOURFLITS

MEER DAN FIETSEN

Herbert ziet een “vermenselijking in het peloton” en Jens Voigt als de “verpersoonlijking van taaiheid” en volgens Maarten beschikt Kiserlovski over een “monumentale wilskracht” en moeten we Team Sky beschouwen als “de navel van de wereld.” Intussen wacht de renners de “gruwelijke Granier.” Het taaleigen van Dijkstra, het idioom van Ducrot. De Tour is méér dan alleen fietsen. In een bocht in de afdaling van de Col de Cucheron op een boerenerf zitten mensen aan de koffie en kijken niet op of om als de renners passeren. Zij praten misschien over tafeltennis of over een erfenis, of over het hooi dat moet worden binnengehaald. Zij beramen wellicht een roofmoord……..Mollema en Cancellara worden (weer) vader en zitten inmiddels bij moeders op de bank of naast het kraambed. Het peloton “schiet in rust” en Moncoutié de bocht uit maar Fort Barraux is al vijf eeuwen zeker en vast. Binnen haar muren doen vrouwen in klederdracht een dansje en tussen hooibalen en zonnebloemen, en de boer die voort ploegt, zie ik een schilder in de weer met geel en met blauw…….De Rhône kolkt, een goederentreintje sukkelt als het peloton. Bienvenue! Geestdriftige mensen, rijen dik. De radertjes in de hoofden van de renners in de kopgroep draaien dermate hard dat bij hen de stoom uit de oren komt, zegt Ducrot. David Millar wint de etappe, maar waar praatten zij over, die mensen op dat boerenerf……   

donderdag 12 juli 2012


TOURFLITS

ALS DE RIEM ERAF IS

“De Tour is een aanslag op heel het systeem”, zegt osteopaat Björn van Melkebeke, in dienst bij Rabobank. Hij spreekt van “opgeslagen vermoeidheid” en van “uitgestelde vermoeidheid” die op de rustdag, “als de riem eraf is” voelbaar wordt. Hij voelt dan “rare benen” bij de renners en de vragensteller laat de osteopaat verder praten over maag - en darmproblemen in de derde week en over snelle suikers die nodig zijn om de renners te laten doen wat ze moeten doen. Maar die rare benen, hóé raar voelen die dan aan? Gewoon. Raar. Als alles tussen gortenpap en de Hondsbosse  Zeewering, denk ik dan. Als greppels en ravijnen, raamkozijnen, als winkelbenen van een tachtigjarige, met knieën als kastelen en kuiten van kikkerdril. Abstracte beeldhouwwerken, maanlandschappen zijn er te ontdekken in die benen, als de riem eraf is, maar ook de straten van Rouen en de huisvlijt van de Jura.Van alles komen ze tegen, de osteopaten en masseurs; prairiehuizen van Frank Lloyd Wright, villa’s van Le Corbusier en kippenschuren van boer Bart. Maar geloof maar niet dat alles in het lood staat. De onderstellen van de heren renners herbergen curieuze zaken. “Rare benen”, zegt de osteopaat, en de masseur werkt zich in het zweet en maakt overuren.           

woensdag 11 juli 2012


TOURFLITS

VROEM VROEM

Chistopher Froome, de Keniaanse Brit, is momenteel één van mijn favoriete renners. Ik zag hem voor het eerst via de Belgische televisie in de Vuelta van vorig jaar en bij iedere demarrage en bij elke goede uitslag, en dat waren er veel, kwamen de commentatoren met “Vroem Vroem”op de proppen en ze kwamen er de hele Ronde van Spanje, die Froome had kunnen winnen, niet meer vanaf. Chris Froome, je zou hem door een lampenglas kunnen halen, mocht hij ooit worden vermist bij windkracht acht dan is de kans groot dat hij is weggewaaid, maar wát een kracht en een souplesse zit er in dat lichaam, maar gaat hij de Tour uitrijden? Hij is aan het begin van dit jaar maanden uit de roulatie geweest door een bacteriële infectie en gaat hij daardoor geen terugslag krijgen? Zijn terrein moet nog komen, vooral morgen, of later in de Pyreneeën, hoop ik op een stunt van hem maar zijn eerste taak is het (voorlopig) om zijn kopman bij te staan. Het beeld van Johan van der Velde en Joop Zoetemelk dringt zich bij me op, 1980, maar niets is hetzelfde, altijd is het anders, Van Der Velde is geen Froome en Zoetemelk geen Wiggins. Weg met dat beeld dus. Het lijkt er op, met de nadruk op “lijkt”, dat Bradley Wiggins Tourgeschiedenis gaat schrijven. Voor het eerst een Brit die de Tour de France gaat winnen……dat zou wat zijn. In het AD van vandaag staat een aardig artikel over de gele trui - drager. Zijn nieuwe trainer, ene Tim Kerrison, heeft zijn carrière een andere wending gegeven, zijn trainingsmethode is revolutionair, aldus Wiggins en waar komt die nieuwe trainer vandaan? Uit de roeisport! Kerrison had geen enkele ervaring met wielrennen. Zo kan het dus de moeite lonen niet in vaste patronen te blijven denken maar open te staan voor vernieuwing. Chris Froome zal ook niet de eerste de beste trainer hebben. Die zou wel eens uit de motorsport kunnen komen. VROEM VROEM.             

dinsdag 10 juli 2012


TOURFLITS

JONGENS VAN DE STRAAT

Tussen meten en weten en vallen en opstaan, tussen ongeschonden en aangeslagen moet het prettig zijn voor de meeste renners, even bij te kunnen komen van de eerste tien hectische dagen in de Tour. Maar elke ploeg en iedere renner zal toch ook weer een paar uurtjes op de fiets zitten vandaag en er zal worden gepraat over de dag van morgen en voorzichtig over die van overmorgen. Daarnaast zal er even tijd zijn voor familie, maar niet als de man met het koffertje het hotel binnenstapt want dan gaat het weer over werk. Regeren is vooruitzien en wát doet het rennersveld ná de Tour…..Zijn er al afspraken te maken voor de rondjes om de kerk of moet dat wachten tot aan de tweede rustdag? Samen met dochter Franka was ik bij één van die rondjes na de Tour, de Acht van Chaam, het is al weer veertien jaar geleden, Pantani had de Tour gewonnen en de man met het koffertje had ook hem weten te strikken voor “De Acht”. Zo keken we naar “De Piraat” die het rondje moest winnen maar ook naar Blijlevens en Van Bon, beiden  kersverse etappewinnaars in Frankrijk, en nog een pak van zo’n zestig renners. We waren er de hele dag, dus ook bij de nieuwelingen, de vrouwen, de amateurs en de veteranen en wat ons vooral opviel was de benaderbaarheid van iedereen. Van nieuweling tot prof, je kon met iedereen een praatje maken. Over reizen, trainen, toekomstplannen en weet ik wat al niet meer. We genoten met volle teugen. De attitude van Blijlevens en Knaven spande voor ons de kroon. Hun bereidheid tot het zetten van een handtekening en het beantwoorden van vragen was groots. Beiden zijn ploegleider tegenwoordig, Blijlevens bij de vrouwen van Rabobank en Knaven bij Sky en zeker bij de laatste ploeg, waarin gigantisch is geïnvesteerd en waar wielrennen steeds meer wetenschap dreigt te worden, hoop ik dat de houding naar het publiek toe daarbij niet zal veranderen. Wielrenners zijn letterlijk jongens van de straat en dat mag van mij zo blijven.              

maandag 9 juli 2012


TOURFLITS

TIJDRIT ZONDER TIJD

Ik kocht hem op een zomerse zondag in Antwerpen, op de Vogeltjesmarkt. Hij was rood, tegen het oranje aan en had tien versnellingen. Wát een fiets. Een echte racefiets! Maar hoe ben ik er toen die stad mee uitgekomen en hoe láát was het? Ik was zestien en wist van niets,  de ene lei na de andere was ik in gefietst en ook weer uit. Waar stonden de borden met “Breda” erop?! Ik moest vóór donker thuis zijn…..”Hoboken” las ik, verdwaald was ik op een industrieterrein. Ik zat aan de zuidkant, helemaal verkeerd! Waar was de weg naar Breda? Lucien Aimar zou ik zijn en Jan Janssen, tijdrijders! Ik bedacht me een horloge en een zonnebril als hen, want ik had ze niet, die attributen en wat zíj niet hadden had ik wél en ik had er last van! Het was warm, misschien wel 25 graden en ik had een colbert aan! Uit met dat ding! ( Wat zal er nú nog van over zijn, de knopen misschien, ergens in de berm tussen Breda en Oosterhout ) maar eindelijk was ik dus die stad uit. Hoe laat zou het zijn? Dorst had ik, maar niets te drinken. Ergens stoppen? Bij een café ? Maar de tijd! In Antwerpen was ik zeker een uur kwijtgeraakt, misschien wel twee! Hoe laat was ik daar vertrokken? Ik moest naar de Groenedijk. Hoe ver was Gorinchem nog weg? Slot Loevestein, de boekenkist, Hugo de Groot…..Kon ik de tijd maar terugdraaien, al was het maar een uur. Het begon te schemeren. Voor het donker thuis…. zou ik dat halen? Eindelijk was daar Gorinchem, de brug, lantarens gingen aan, tegenliggers, koplampenlicht, Almkerk, Meerkerk, zadelpijn een beetje. Dorst! Water! IJsselstein, Jutphaas, Jutphaas?! Het kan nog, maar dorst! Een huis met een…… buitenkraan! ”Drink maar zoveel als je wilt”. Aardige mensen, zaten nog buiten. Wat was hun water lekker! Het was niet ver meer. Honger!! Zo goed als donker, Nedereindseweg, bekend terrein, Donker was het, maar eindelijk……. de Groenedijk. Wat een avontuur.Wat een tijdrit! Maar hoelang had ik er over gedaan? Wat was mijn tijd?     


zondag 8 juli 2012


TOURFLITS

ZIEN FIETSEN DOET FIETSEN

Steven Rooks had van de week nog snel een ommetje gemaakt na één van de etappes en zo zullen er velen zijn geweest die hetzelfde hebben gedaan. “Zien fietsen doet fietsen” zo liet de voormalige bergkoning weten. Het is als met eten, drinken en roken; iemand begint en een ander krijgt de geest en doet hetzelfde. Zo kan één mens met een aanstekelijke lach de massa doen schuddebuiken. Vroeger had je nóg meer zin om te gaan voetballen nadat je ergens een wedstrijd had gezien. Iedereen kent het fenomeen, het doet zich voor bij jong en oud, bij dik en dun en alles er tussenin, waarbij de jongste mens niet zelden gebruikmaakt van objecten die kunnen afwijken van het voorbeeld….. Dochter Krista was Delgado en haar fiets de leuning van de bank en ze fietste méé, met haar blik op de televisie gericht en haar petje achterstevoren als Robert Millar en ze verloor het tweetal geen seconde uit het oog. Met dezelfde leeuwenmoed als de Spanjaard en in dezelfde houding - met haar neus naar beneden en haar billetjes omhoog - stortte ze zich van de Peyresourde naar het dorpje in het dal……Zien fietsen doet fietsen, hélemaal naar de jaren tachtig……. De Tour doet Zwitserland aan vandaag en weer of geen weer, in menige schuur zullen op dit moment blinkende tweewielers rijklaar staan voor een ommetje, geloof me maar. Ik moest me ook maar weer eens zo’n karretje aanschaffen.         

zaterdag 7 juli 2012


TOURFLITS

MET GERRIT IN DE GREPPEL

Gerrit Komrij stond er voor open; ooit zou hij een bezoek brengen aan de Tour de France. Het is er niet van gekomen en het zál er niet van komen. Wat zou de dichter hebben gedicht, hoe zou hij de ravage van gisteren in die greppel hebben benaderd? Lichtvoetig waarschijnlijk. Waar was hij aanbeland? In een gehavende legpuzzel? In een opslagplaats van een poppendokter?  Hij zou zich hebben verbaasd misschien, over alles wat nog heel en bruikbaar was. Over hier een gave knie en daar een pink (om door een ringetje te halen), maar aan wie behoorde het toe? Als dít het achterwerk van Mollema is dan moet dàt een elleboog van Gesink zijn…….Hij had willen zingen van Lotharingen en van La Planche des Belle Filles maar hier een nier en daar een milt, ach Woutje toch…… en moet dat allemaal op rijm? Gerrit in de greppel in zijn donkerblauwe pak zou ondersteboven zijn geweest als Cornelisse en Luijks en al die renners die zochten naar hun fiets en schreeuwden om een wiel. Ik zie hem lopen, Gerrit, in een weiland tussen Franse koeien door ziet hij de slagerij van Morsink en het ziekenhuis van Metz en zoekt hij de verschillen…... Wát zou er in het hoofd van de dichter zijn omgegaan? Hij móést schrijven zoals de wielrenner móét fietsen. Een dichter zoekt de weg af naar een nieuwe wereld, naar brokstukken die daar bruikbaar voor zijn. Van carbonsplinters en verwrongen staal maakt hij de bril waar Valverde naar zoekt en in de wei waar hij in de koeienstront trapt vindt hij een wikkeltje van Milka. En vreemd is het allerminst als hij zich op hetzelfde moment afvraagt hoe of het zou zijn; een leven zonder eindstreep en zonder tijdslimiet…..... Gerrit Komrij is dood. De Tour gaat verder.

vrijdag 6 juli 2012


TOURFLITS

WIELRENNERS ZIJN NIET HEILIG

Is het voor te stellen en wáár, terwijl er steeds meer vrienden van meneer Assad, een échte boef, naar Turkije vluchten, dat vijf voormalige ploeggenoten van Lance Armstrong in ruil voor een beperkte straf, nu meewerken aan diens ondergang? Mochten er al volgers in slaap zijn gesukkeld deze Tour, dan zijn ze nu klaar wakker. Ook is er weer een dode te betreuren in de wielrennerij en wat ligt dáár aan ten grondslag? “Mart, laten we het over wielrennen hebben”, zegt oud-coureur Rob Harmeling in De Avondetappe. Ik heb met hem te doen. Hij is een naïeve man, een liefhebber met het hart op de goede plaats en nu hangt er (weer) een donkere wolk boven die liefde. Hij wil fietsen, en het liefst zo hard mogelijk want dát was en is zijn leven en nu moet hij met lede ogen toezien hoe journalisten en dopingautoriteiten zijn blinkend karretje in de poep rijden….Het is me wat, niets en niemand is heilig meer; sinterklaas niet, vader en  moeder niet, de dokter die zelf ook wel eens een pilletje neemt om op de been te blijven niet en wat te denken van mijnheer pastoor? Moeten we het dáár nog over hebben? “De grootste vijand van de mens is de mens zelf’, zei mijn vader ooit en wie zonder zonden is werpe de eerste steen, en díe woorden moeten volgens zeggen van Jezus Christus zelf zijn. Nee, leven is streven naar dit en dat en zus en zo en niemand is heilig, ook wielrenners niet, en dat weet Rob Harmeling ook. Maar laat dit duidelijk zijn: we weten nog niets over dopinggebruik van Armstrong en ook nog niets van een verraad door vijf van zijn ploeggenoten van toen. Niets is zeker nog en daar moeten we het voorlopig mee doen. Intussen probeer ik me een leven voor te stellen met louter heiligen. Zou zo’n leven spannend zijn?

donderdag 5 juli 2012


TOURFLITS

ZONDER WACHTEN GEEN LOL

Bert Wagendorp, columnist bij de Volkskrant en tafelheer bij Mart Smeets in De Avondetappe, pleitte een paar dagen geleden voor het inkorten van lange vlakke ritten in de Tour. Dat zou de wielersport dynamischer maken. Hij is sinds jaar en dag volger van de Ronde maar stoort zich nogal eens aan etappes waarin lange tijd “niets gebeurt”. Ik moest ogenblikkelijk denken aan de mensen die het volgen van de 10 km. hardrijden op de schaats vergelijken met het kijken naar het groeien van gras. Ik verschil van mening met deze lieden en ook met Wagendorp. Wat is mooier dan lang te wachten op dat wat gaat komen? “Zonder wachten geen lol”, zei commentator Maarten Ducrot langs zijn neus weg tijdens één van de etappes. Er is niets mis met zo nu en dan een wandeletappe, het geeft me de tijd om van het landschap te genieten, naar kerken, kloosters en kastelen te kijken en me intussen te verheugen op de laatste nerveuze kilometers. En dan….wat is er verkeerd aan een mooi verhaal wanneer het peloton in slaap is gesukkeld, of aan een aardige anekdote. Een technische verhandeling over de “kreukelzône” van de stalen fiets en het “rijgedrag” van carbon zoals we die gisteren op weg naar Rouen kregen voorgeschoteld, is wat mij betreft ook niet te versmaden. Ik ben een alleseter deze dagen, ik sta overal voor open. De meningen zullen verdeeld zijn en uiteenlopen en dat is maar goed ook, maar in mijn ogen ligt niet kunnen wachten angstig in de buurt van liefde bedrijven zonder voorspel.   

woensdag 4 juli 2012


TOURFLITS

HET SCHRIFT

Ik vind het op zolder tussen plakboeken en fotoalbums. Sterk verkleurd is het, vaal groen de kaft en niet zonder vochtkringen. Op het etiket zijn enkele woorden met rode en blauwe inkt met zwarte viltstift doorgehaald en er is met grote hanenpoten “Tour 1965” op aangebracht. Onmiskenbaar mijn handschrift….. Heb ik het indertijd van één van mijn broers of zussen gekregen of heb ik het brutaalweg in beslag genomen? Ik heb altijd gedacht dat broer Wim - hij wilde Anquetil zijn - ooit was begonnen in dit schrift, maar als ik de loep nog eens boven het etiket hou zie ik door de viltstiftstrepen heen het handschrift van zus Hennie. “Schaatsen: Hardrijden heren” staat er met blauwe inkt. En met rood is, het is moeilijk te ontcijferen, “Ajax” neergepend en dát verwijst weer naar broer Theo,  hij was voor Ajax en is dat nóg, zij het niet zo fanatiek meer als in die dagen. Maar Theo heeft en had toch ook toen al een  mooier handschrift? We zullen ons er samen nog eens over buigen, maar duidelijk is dat we met het sportvirus waren besmet en dat een schrift - van een plakboek was al helemaal geen sprake in die tijd - een rijkdom voor ons was. Ronde van Frankrijk 1965! Aan de binnenkant van de kaft staat het deelnemersveld, uit de krant gehaald en slordig ingeplakt. Bij de Flandria-Romeo ploeg is Peter Post met blauwe pen op de valreep toegevoegd. De Ronde is 4177 km lang en gaat, met als startplaats Keulen, tegen de klok in uiteindelijk naar Parijs. Een foto van debutant Gerben Karstens is losgeraakt,  Jo de Roo is kopman van Televizier. Cees van Espen wint in Châteaulin, De Roo in Bordeaux, Jan Janssen in Perpignan en Karstens in Versailles. Jimenez is oppermachtig in de bergen, Poulidor eerste in Montpellier en Felice Gimondi wint de tijdrit én de Tour. Het is het einde van het tijdperk Anquetil. Tot aan de 15e etappe heb ik vlijtig stukjes uit de krant ingeplakt. Hierna heb ik er een potje van gemaakt en met rode ballpoint, in een erbarmelijk handschrift, alleen de uitslagen en het algemeen klassement nog bijgehouden. Voorzichtig - het valt nu bijna uit elkaar - breng ik het weer naar zolder, het schrift.         

dinsdag 3 juli 2012


TOURFLITS

KIJKEN NAAR DE RADIO

Als onze geweldige keeper en sfeermaker vroeger na de training naar ons idee te snel naar huis ging was het óf omdat hij zijn vrouw “iets had beloofd” óf omdat er voor hem iets leuks op televisie kwam dat hij niet wilde missen. In het laatste geval zei hij : “ik geloof dat ik een poossie naar de radio gaat zitte kijke”. Vandaag wil ik dat ook, dat wil zeggen: ik wil een “poossie”naar de radio luisteren, als voorheen, naar Radio Tour de France. “Sportzomer”, heet het nu en Gio Lippens meldt dat Bernaudeau, Perez, Minard, Morkov en Grivko weg zijn. Marcel Kittel heeft goed kunnen ontbijten en probeert vandaag op krachten te komen. Dit laatste hoor ik via de tv die ik óók heb aangezet en hiermee maak ik het me niet makkelijk. Cancellara verdedigt zijn gele trui, in het noorden van Frankrijk, zijn grote veldslagen geweest, Bozic is aangereden, er is gerommel bij de PVV en een setpoint gemaakt door David Ferrer. Cavendish en Cancellara praten, Greipel rijdt voor Jelle Vanendert, journalistiek is een vak en dat kan niet iedereen uitoefenen,  Bernaudeau is inderdaad de zoon ván, het peloton rijdt relatief rustig maar dat zal je nét zien, Del Potro heeft er geen last van en serveert, Rudi Kemna verwacht een grote groep die uit elkaar splijt omdat Valverde een gevaarlijke klant is en er geen sleutel aan te pas is gekomen bij de keiharde aanpak van piraten en als je niet weet dat een col in tweeën gaat dan schrik je omdat Hunter aan het schelden is en er op de buitenbanen wordt gespeeld want in Paramaribo woedt een brand………En tóch weer een val! “Alles kan ja”, zingt Daniël Loohues maar dit is niet vol te houden, radio én tv. Dit is kijken naar de radio. En kijken naar de radio? Dat kon alleen onze keeper vroeger.

maandag 2 juli 2012

TOURFLITS

OOIT WERD NOOIT

Vrienden en vriendinnen hebben het mij vaak gezegd: je moet opschieten als je de Tour nog eens wil rijden. De laatste keer dat ik het te horen kreeg was ik de dertig lentes reeds gepasseerd……Ooit zou ik de Tour de France rijden en het thuisfront zou versteld staan, met samengeknepen billen zitten en met het angstzweet in de handen. Over de hoogste bergen zou ik fietsen en met 80 of 100 in het uur langs de diepste ravijnen scheren. Bahamontes wilde ik zijn maar liever nog Charly Gaul en precies als hij zou ik in een hevig onweer met hagel erbij met een half uur voorsprong op de rest van het rennersveld als eerste over de meet komen……Wat gaat er in de hoofden om van hen voor wie het fietsen van de Ronde van Frankrijk géén droom is gebleven en wat is hun verhaal? Elke dag kunnen we iets of meer dan iets aan de weet komen. ”Fuck, dit is de Tour”, dacht debutant Roy Curvers vlak voor zijn tijdrit in Luik toen alles van dit circus pas goed tot hem doordrong, en David Millar, toch niet bepaald een groentje, liet weten “gigantisch opgewonden” te zijn. En hoe is het met de veertigers Horner en Hincapie die vandaag weer geweldig werk aflevert voor Evans en met Stuart O’Grady? Zij zullen een boek kunnen schrijven over hun belevenissen in de Tour. Ooit zou ik hem rijden en wilde ik Bahamontes zijn en Gaul, maar ik hou het maar op een rondje om de kerk in een rustig tempo. Maar opgewonden bén ik. Als David Millar. Want opwindend ís ie, de Tour.


zondag 1 juli 2012


 TOURFLITS

LUIK EEN SOMBERE STAD?

Ik hoor het de chauffeur annex reisleider van de touringcar waarmee we op weg waren van Valkenburg naar Spa nóg zeggen: “Luik is een sombere stad”. Ik weet niet precies meer wie  “we” waren in die bus, het is lang geleden, nog voor het tijdperk Eddy Merckx zijn intrede deed. Een sombere stad?, dacht ik toen we haar passeerde, die zelfs voor wielrennen en de Tour de France niet uit haar depressie is te halen? Evenals in Zuid – Limburg bij ons, zijn er ook in en rond Luik in de tweede helft van de jaren zestig bij onze zuiderburen kolenmijnen gesloten. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor die somberte van toen. Luik is nog altijd een industriestad en nu is het de staalindustrie die het moeilijk heeft. Zeker 600 en mogelijk 1000 banen staan op de tocht. Is Luik wéér een sombere stad? Me dunkt of stad en provincie hebben de laatste tien jaar veel gedaan om de boel op te vrolijken. De grootste drie wielerrondes wisten zij binnen te halen, de Giro d’Italia (in 2002 en 2006)  en de Tour (2004 en 2012) zelfs twee keer. Dit is het weekend van de Grote Start. Luik is uitgelopen en uitgelaten en voorstad Seraing niet minder en alles klapt de handen stuk voor Fabian Cancellara, Peter Sagan en niet te vergeten de kinderen van stad en streek Philippe Gilbert en Maxime Monfort. Gilbert is 9e in de proloog en 4e in de eerste echte etappe terwijl de klimmer Monfort nauwelijks tijd verliest, dus….. Sport inspireert, hoor ik Maarten Ducrot zeggen en zal dit gegeven dan niet gelden voor de inwoners van Luik?