zaterdag 30 augustus 2014


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR


Zelfonderzoek

Voor café ’t Scheepje ligt een bootje met ‘Ik heet geen Jan’ erop en dat bootje is in mijn hoofd gaan zitten zoals je dat ook wel met een liedje hebt en krijg het er maar eens uit… Ik fiets langs de bieb, de kerk en de Koningsvijver maar het bootje met ‘Ik heet geen Jan’ erop gaat met mij mee. Ik probeer het te lozen op het slingerdijkje met de wilgen, het te droppen  bij de volkstuinen, het te dumpen op het braakliggend akkertje met de petflessen in de berm, maar het wil me niet lukken. Nog altijd zit dat klotenbootje tussen mijn oren en al fiets ik door tot Alphen aan de Rijn, het ziet er niet naar uit dat ik het ooit ergens achter kan laten. Waarom heette dat ding niet gewoon ‘De Albatros’ of ‘De Zilvermeeuw’ of doodgewoon wél ‘Jan’ en waarom moet ik altijd en overal alles lezen, vanwaar die obsessie? Van de eerste schuchtere letters van de kleuter, los of aan elkaar, tot aan de laatste boodschap van de bejaarde moet ik het mijne weten. Neem hier bij de pijl naar links, de opdrachten op de stoep: ‘zing een liedje en zoek de volgende aanwijzing achter het tweede paaltje rechts’. Lezen moet ik het en me beheersen om niet ook nog aan de speurtocht deel te gaan nemen; en dan hebben we de liefdesverklaringen nog onderweg, gekalkt op bruggen en viaducten, gekerfd in banken en boomstammen. Wáárom moet ik overal kennis van nemen, vraag ik me af. Om verrast te worden zoals op dit moment, en te zien hoe in de spiegelruit de aanbeveling ‘Houdt uw straat schoon’ samenvalt met de boodschap van de kiloknaller? Of lees ik alles wat leesbaar is om het op te kunnen schrijven. En dat opschrijven dan, is dat om te onthouden of juist om te vergeten…Gut, wat stond er ook weer op dat bootje?                 

zaterdag 23 augustus 2014

Uit de schuur geklapt
NOTTTES VANUIT DE SCHUUR

Congo

Meester GBJ Hiltermann kon praten als Brugman maar zijn politieke columns voor de AVRO - radio lieten mij koud. Het zal bij de meeste 10-jarigen van toen niet anders zijn geweest, schat ik in en hoe was dat bij de oudere luisteraar? Stil moesten we zijn wanneer GBJ - niet van mijn kleur ontdekte ik later - in de ether was.
1960: Congo was niet langer Belgisch Congo meer, maar onafhankelijk. Het was Kasavubu voor en Lumumba na en in Katanga - bij het uitspreken hiervan leek GBJ dat met consumptie te doen - zaten grote rijkdommen in de grond (koper, uranium, wolfram en de rest..). Die grondstoffen kwamen in de westerse wereld goed van pas, al was het maar in weer een oorlog.
2014: in ‘Congo een geschiedenis’, van David van Reybrouck lees ik over de tijd van ver voor de komst van ontdekkingsreiziger Stanley tot en met de invloed van China in de laatste veertien jaar. Een verbijsterende historie van oorlogen en onderdrukking, van zelfverrijking uiteraard (op het kwijl van de veelvraat kan men kanoën), corruptie, discriminatie en slavernij. Een monumentaal boek waarin alles zo lijkt het, van alle kanten wordt belicht.  

zaterdag 16 augustus 2014

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Titanen

Wat Joop had aangetroffen moet een variant geweest zijn van het beeld van Atlas; de mythologische figuur met het hemelgewelf op zijn schouders.
Er was iets niet helemaal goed gegaan bij de sloop van de schuur van Joop en Riet Westerhout, toen nog wonend aan de Zandweg. Broer Henk had vriend Joop geroepen en daar in zijn eentje gestaan, met het dak van de schuur op zijn schouders en de rest van het bouwwerk als een knibbelspel aan zijn voeten.
Was er in die fase op de valreep alsnog sprake van een plan geweest, of was er enkel paniek? Waren er aanmoedigingen voor mijn broer in de sfeer van ‘houdt moedig stand’? Was Joop Atlas-Henk als Herakles te hulp geschoten wellicht en had hij daarbij het ,,hemelgewelf”, van hem overgenomen?  Of waren de titanen slap van het lachen door de knieën gegaan en was Joop vervolgens het bier koud gaan leggen? Ik heb zomaar het idee dat er sprake moet zijn geweest van het laatste.  

zaterdag 9 augustus 2014

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR


Een loopje met de dingen


Er was altijd wel iemand met een aardig idee bij ons thuis; zo kon het gebeuren dat er plotseling een boekenplank leeg was en een van ons naar buiten was gelopen met alles van Toon Kortooms op zijn hoofd, vaders favoriete schrijver. Er kwam vaak genoeg iets van de grond dat op een circus leek, zonder dat wij toen overigens ooit ook maar iets van een tent of piste hadden gezien. De hak was (toen ook al) nuttig tuingereedschap, maar om dat ding hoog te houden op je pink of op je kin, was pas echt aantrekkelijk. Henk was in staat om er op die manier mee naar de zondagsmis te lopen en ook Wim was er bedreven in, al gaf hij menigmaal de voorkeur aan de hark. ( Pa: ‘wie van jullie heeft de hark gezien?’, één van ons: ‘daar loopt Wim mee op zijn kin’.) De mattenklopper was geruime tijd mijn auto, de fietspomp een trombone. Zo kregen de spullen een dubbelleven en had ieder van ons daarbij een eigen kijk op de zaken, of het nu om een konijnenhok ging of om een pak waspoeder. Het werd nog al eens gezegd, vroeger: “dat is geen speelgoed”, maar met de wereld van de dingen, namen wij graag een loopje. 

zondag 3 augustus 2014

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

”Autootje” 

In den beginne was er de schuur van hout, de houten schuur aan de Groenedijk.
Ik droomde daar mijn jongensdromen maar speelde er voornamelijk “autootje”. Hiervoor gebruikte ik de mattenklopper; stond ik soms urenlang op een vierkante meter, met mijn gezicht naar het kolenhok, scheurde ik keer op keer de Dijk op en neer en het dorp in de rondte. Ik bedacht fietsers en bromfietsers die ik achterop reed en tegenliggers waarvoor ik moest uitwijken, de berm voor op moest zoeken. Hierbij zorgde ik voor droog weer zodat ik stofwolken achter kon laten die de moeite waard waren. Het laat zich raden dat ik mijn attribuut voor een dergelijk spektakel een vrachtwagen liet zijn, een met “Beppie” op de cabine.
Soms werd ik in mijn activiteit gestoord; denderde ik met een toom kippen een boerenerf op, of was ik onderweg met een vracht zand naar de put van Kraal – had mijn moeder plotseling de mattenklopper nodig. Ging zij het kleed kloppen met mijn auto…