woensdag 29 april 2015

Mensenkinderennogaantoe
OVER MENSEN DIE IK OOIT HEB ONTMOET

Meneer De Wit

Wat scheelde hem, wat schortte eraan bij meneer De Wit, wat was de zin van het leven voor hem, vroeg ik mij zelfs af. We hadden het eerste uur handtekenen van hem maar hij was zo’n beetje de enige die daarmee daadwerkelijk bezig was. Potloden en gummetjes vlogen hem daarbij om de oren maar tekenen is tekenen moet hij hebben gedacht. Hij had zichzelf aan het werk gezet in de hoop wellicht dat zijn goede voorbeeld goed zou doen volgen. Die hoop bleek veelal ijdel, voor tekenen had hij beslist aanleg maar lesgeven en orde houden kon hij niet. De vaktheorie in het tweede uur verliep doorgaans nog chaotischer. Tijdens zijn verhandelingen over vette en magere alkydhars en de aanpak van verflagen in twijfelachtige conditie waren de ogen van een aantal van ons gericht op het volmaakte naturel van Loren en Bardot. Andere jongens aten een puddingbroodje en meneer De Wit liet alles maar toe en op de spaarzame momenten waarop niemand ook maar een woord sprak, verzocht hij ons ‘nu eens even rustig’ te zijn. Wat moest hij in het onderwijs? Hoe was hij tot de stap gekomen leraar te worden, wat voor een leven had hij naast zijn getob met pubers als wij. Hád hij een leven? Een passie? Deed hij wel eens gek?  Ging hij ’s avonds naar de kroeg of zat hij tevreden of niet bij vrouw en kinderen met poes op schoot en pantoffels aan de voeten over zijn postzegelverzameling gebogen?
Na mijn ontmoetingen met meneer De Wit drong het langzaam tot me door dat er op deze aardkloot meer vragen dan antwoorden zijn.   

zaterdag 25 april 2015

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   31   2 maal Bolero, 5 Walsen en 1 Polka

Hij was begonnen met een Mussorgski, ‘Dawn over the Moscow River’ de introductie van de opera Khovanschina en had daarna hetzelfde genoten want op één Dageraad kon hij niet lopen en om het af te leren had hij Dance of the Persian Slaves gekozen. Tot zover ging alles goed, niks Oriëntaalse overdaad. Integendeel, hij zette zich aan de Serenade voor Strijkers van Antonín Dvořák, deed zich tegoed aan de Roemeense Rapsodieën van Enescu en aan diens symfonie no.1 en nog altijd ging het crescendo, hij genoot, De lekkerbek deed zich tegoed aan De Steppen van Centraal Azië van Borodin, aan het betoverende Kikimora van Liadov, (de Russische Chopin) en aan André Pretov’s Creation of the World. Het maakte hem schat - hemeltje - rijk. Toen stond de Bolero voor zijn neus. Ravel zelf had er niets in gezien, hij vond het een bittertje zonder inhoud maar wie is te vertrouwen wanneer hij of zij over eigen werk praat? Dus onze liefhebber begon gulzig - uiteraard - aan de Bolero en werd gegrepen door de perpetuum - mobile - vorm van de balletmuziek, zodanig dat hij het nogmaals liet uitserveren. Hij was getroffen en voelde zich draaierig en onrustig maar Rupsje - nooit - genoeg trakteerde zichzelf vervolgens op vijf walsen van Dvořák. Als André Rieux die nu eens op zijn repertoire nam in plaats van die van Johann Strauss, mijmerde onze vriend. De Limburgse violist en orkestleider zou er bij een bezoek aan Tsjechië goeie sier mee kunnen maken. Antonin Dvořák, zijn 5e en vooral zijn 9e symfonie, From the New World, die met het melancholieke largo, daaraan moest hij morgen maar weer eens beginnen.  
Onze liefhebber was dronken van de muziek en wat had hij nu helemaal geconsumeerd? Twee bolero, vijf walsen en een polka. Een polka? Had hij die wel gehad? 

woensdag 22 april 2015

Mensenkinderennogaantoe
OVER MENSEN DIE IK OOIT HEB ONTMOET

Stefan

Zozo, u heeft er verstand van, merkte oom agent op. Stefan en ik waren na een dagje vissen doende onze vangst aan te vullen met een stukje oever, we stelden een lisdoddenboeket samen en Stefan gaf de diender een lesje. Want wist hij wel dat de lisdodde ook wel rietsigaar, lampenpoetser, kannenwasser of tuitenrager genoemd, hier in Europa al voorkwam in het Midden - Pleistoceen en dat je met een behandeling met haarlak de sigaren lang goed kon houden? Gut nee, onze waar was voor thuis op de schoorsteen meneer en niet om er handel mee te gaan drijven.
Dit optreden van mijn oudere vriend was hem ten voeten uit. Stefan was altijd bereid tot het geven van een klein college over de meest uiteenlopende zaken; die hele oliecrisis jongen, dat was een gevolg van maatregelen van de OPEC en de OAPEC - landen tegen het westen omdat die Israel steunden in de oorlog met de Arabieren en let maar op: de Verenigde Staten gingen op hun kloten krijgen daar in Vietnam en kwasten moest je na het schilderen in een mengsel van lijnolie en terpentine zetten, dat moest ík toch weten. Op de autoloze zondag had hij een flink stuk gefietst. Op de A2. ‘Maar bij Abcoude ben ik eraf gegaan, de polder in’ en (o ja), lutetium was licht brandbaar en kon (in poedervorm) explosies veroorzaken, met de steel van een schuimspaan kon je bij iedereen binnenkomen, Henri Kissinger zou de Nobelprijs voor de Vrede gaan winnen (‘let maar op’) en ik met mijn potentie moest niet bij De Meern blijven voetballen maar naar Velox gaan, de kweekvijver van FC Utrecht…
Stefan had BIJNA overal verstand van.  

vrijdag 17 april 2015


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   30   De Liefdeshobo

Voordat we het goed en wel beseffen hebben we inwoning. Alleen een stemgeluid, zonder melodie nog, zonder tekst, dictie en frasering kan ons leven al onder stroom - en op zijn kop zetten. Voordat we weet hebben van de naam van een instrument kan de klank ervan zich al voorgoed in ons hoofd genesteld hebben. Ieder mens is uitgerust met een fotografisch geheugen, bij de een is dat sterker ontwikkeld dan bij de ander maar iedereen is er bij mijn weten mee gezegend. Zo hebben we ook een geheugen voor geluid. Stemmen van mensen die al decennia lang niet meer onder ons zijn bijvoorbeeld kunnen we moeiteloos oproepen. (Hoezo niet meer onder ons).
Mijmerend in de zon roep ik de klank op van de oboe d’amore, de liefdeshobo en hoor ik de voortreffelijke hoboïst Albrecht Mayer (Erlangen, Duitsland 3 juni 1965) werken van Bach uitvoeren. De oboe d’amore wordt gerekend tot de houtblazers, is een dubbelriet aangeblazen instrument en heeft vergeleken met die van de hobo een rustiger en meer serene klank. Het wordt wel de alt - of mezzo - sopraan onder de hobo’s genoemd en klinkt anderhalve toon (een kleine terts) lager dan de hobo en twee hele tonen (een grote terts) hoger dan de althobo of Engelse hoorn. Het is een transponerend instrument wat betekent dat de oboe d’amore ook een kleine terts lager klinkt dan wat op papier wordt genoteerd. (Wat een geleerdheid, van Wiki word je wijs). Nadat Graupner, Bach en Telemann in hun muziek in de Barok - periode al gebruik maakten van de liefdeshobo en het instrument daarna een dikke honderd jaar zelden werd gehoord, werd het aan het einde van de 19e eeuw herontdekt en weer gebruikt door componisten als Richard Strauss, Claude Debussy, Maurice Ravel en Frederick Delius.  

dinsdag 14 april 2015


Mensenkinderennogaantoe
OVER MENSEN DIE IK OOIT HEB ONTMOET

Tilly

Ze was de mooiste van het land en ik vroeg haar mee uit - we zouden naar de film gaan en daarna wel zien - maar ze had al een vriendje en toen ik het later nog eens vroeg en daarna nóg eens (!) had ze nog altijd geen afscheid genomen van dat vriendje.
Het was in de tijd dat er nog water in de Singel stond en het nog goed ging met het warenhuis.
Het winkelhart van Nederland lag toen aan de Lange Viestraat waar je om de hoek naast de personeelsingang de Judoka Bar had. Daar bij Frans, de oud - judokampioen, spoelde ik mijn teleurstelling weg. Maar komaan, ik moest mijn zegeningen tellen. Bij haar aan tafel zitten tijdens de middagpauze was weliswaar een troostprijs maar ik had daarmee toch een plaatsje op het erepodium. Nooit echter was ik met haar alleen. Ze had altijd gezelschap en overal bewonderaars, binnen en buiten het warenhuis waarschijnlijk. Van stille aanbidders tot luidruchtige lomperiken. Er waren schurkjes onder mijn collega’s die plat onder aan de roltrap op de vloer gingen liggen als Tilly onderweg naar boven was. Daar moest ze dan om lachen omdat ze wist dat die escapades met de hoop op een mooi uitzicht door haar degelijke bedrijfskleding gedoemd waren te mislukken.
Hoe zou het met haar zijn, vraag ik me soms af. Zou ze dat vriendje nog hebben? Zouden er kinderen zijn? Één ding is zeker en dat is even schokkend als doodnormaal: Tilly is niet meer de Tilly van toen.   

maandag 13 april 2015

Henri Matisse (1869 - 1954)  De Parkiet en de zeemeermin (1952 - 1953)
Arman (1928 - 2005)  l'Attilla des violons, 1968

zaterdag 11 april 2015

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   29   Kastelen van Brahms

Eerst verdwaal je en het gebeurt me nóg wel, maar je leert de weg kennen. Het vergt meestal enige tijd om de werken van Johannes Brahms ( Hamburg, 7 mei 1833 – Wenen, 3 april 1897) te doorgronden en te waarderen. Het zijn kastelen, zegt pianiste Hélène Grimaud, met meerdere verdiepingen en verrassende in - uit - en doorkijkjes. Er is steeds weer iets te ontdekken. Je moet ze niet bezoeken als (Amerikaanse) toeristen, die op één dag Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ‘doen’. Een symfonie kent zelden een Presto.
Zuivere opnames met goed gekozen beelden zijn van grote waarde onderweg, zeker ook bij de werken van Brahms.  Zij maken de ontdekkingsreis, ‘de kastelentocht’ in - en overzichtelijk, zodanig dat je terug blijft komen om er opnieuw en nog meer van te genieten. Zijn vier symfonieën uitgevoerd door de Wiener Philharmoniker o.l.v. Leonard Bernstein uit de jaren tachtig zijn daar goede voorbeelden van. Overigens is het hierna goed om naar andere opnames op zoek te gaan. Ook, of juist wanneer die bestaan uit alleen geluidsopnamen. Het helpt je om je nog beter te concentreren op de muziek, is mijn ervaring. De uitvoeringen van de Münchner Philharmoniker met maestro Celibidache zijn van de bovenste plank, zeker mijn favoriete  symfonieën no.1 die in Wenen indertijd Beethovens tiende werd genoemd, en no. 2 met daarin het terugkerende thema van de eerste frase van Het Wiegenlied. Rijke muziek! Dat geldt ook voor zijn twee wonderschone pianoconcerten en zijn vioolconcert wat mij betreft en nu ik dit in het schuurtje heb genoteerd en achter mijn laptop zit en symphony no. 3 uitgevoerd door het Europees Kamerorkest o. l. v. Bernard Haitink beluister, is dít weer mijn favoriete Brahms. Ik las laatst een reactie van een luisteraar en daar sluit ik mij van harte bij aan: 'Wat een geluk dat ik in dit tijdperk leef en dat ik toegang heb tot deze muziek'.           

donderdag 9 april 2015

2e Paasdag: Lint - Wurmpie Run met Alma
 Zus Meira moedigt aan
Alma met de medaille na 2,2 km. hardlopen
Jan met z'n medaille. Z'n derde zegt - ie

woensdag 8 april 2015

Mensenkinderennogaantoe
OVER MENSEN DIE IK OOIT HEB  ONTMOET

De Pukkel

Een mensenleven verloopt nooit helemaal gladjes, er zijn altijd oneffenheden. De vraag is: hoe gaan wij daarmee om.
Ik werd aan hem voorgesteld. Hij heette Jan of Piet, ik weet het niet meer. Waarschijnlijk omdat Jan of Piet zelf meteen voorstelde om hem maar gewoon De Pukkel te noemen want iedereen noemde hem zo. Het waarom was duidelijk. Hij had een grote pukkel precies op het puntje van zijn neus en die zat daar al zijn hele leven. Nee, hij had er nooit over gedacht deze weg te laten halen. Hij was een grote kerel, De Pukkel, maar zijn leven lang bang voor de dokter geweest en om na al die jaren, nu zijn angst verminderd was, alsnog de  herstelwerkzaamheden te laten uitvoeren dat zou het leven er alleen maar ingewikkelder op maken, zo was zijn redenatie. De mensen zouden hem misschien niet meer herkennen of erger nog, hem wellicht niet meer zien staan. Utrechters waren niet zo van de moderne fratsen dus ook niet van cosmetische ingrepen. 
De Pukkel kwam met containers, twaalf waren het er die dag en er zouden er de rest van de week nog vele volgen, het liep immers tegen Sinterklaas en dat was ook zoiets; het was niet bekend of De Pukkel ooit ambities in die richting had gekoesterd maar hij zou van zijn lang zal zijn leven natuurlijk nooit een geloofwaardige Sinterklaas kunnen zijn. Wel was hij een fijne vent, daar waren wij van het warenhuis het allemaal over eens. Een van ons, hij die graag met woorden speelde, noemde hem in die dagen De zo Goed als Heiligman.     

zaterdag 4 april 2015


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   28   Das Waldkonzert

Bosmieren blazen uit bij Brahms, op Ravel’s La Valse walsen kevertjes, dansen muggen in hun eigen ritme.
Hoe vredig (na een drukke dag) en welkom is het te luisteren naar ‘Schafe können sicher weiden’ van Bach en naar ‘Wenn Mandeln blühen’ van Giya Kancheli met Khatia Buniatishvili aan de vleugel en wat een mooie plaatjes levert het op. De pianiste droomt op de lieflijke, romantische stukken weg en neemt mooi de tijd daarvan terug te keren voor het volgende dat ze op het programma heeft staan.
Zo’n honderd toeschouwers hebben zich verzameld in de vrije natuur op een open plek in het bos even buiten Berlijn en genieten van Das Waldkonzert en wij kunnen daar zomaar bij zijn en meegenieten. Een uurtje voor het concert regende het nog. Onder het delicate ‘Clair de Lune’ van Debussy priemt een zonnestraal door het gebladerte (een spitsmuisje spitst zijn oren, een uil knapt een uiltje).
Buniatishvili is in voor experimenten; muziek combineren met theater en literatuur inspireert haar en zo is het ook met de natuur. Spelen op een ‘vreemde locatie’ is spelen in een andere atmosfeer en dat werkt verfrissend.
Tchaikovsky komt voorbij; de pianiste speelt zijn melancholieke ‘Oktober’ uit ‘De Jaargetijden’ met verve. De etudes (leerstukken) van Scriabin en Chopin spreken mij minder aan maar de traditionel Vagiorka Mai (Liebst du mich nicht?) bewerkt door de Georgische diva, weer wel. Dan neemt zus Gvantsa naast haar plaats en volgen er twee dansen quatre - mains; de Slavische dans no. 2 van Antonin Dvořák - elegant en opgewekt - en de afwisselend weemoedige en vurige Hongaarse dans no. 1 van Johannes Brahms. Het zijn aansporingen om alle Slavische en Hongaarse dansen van deze componisten nog eens op te zoeken en te beluisteren. In de temperamentvolle Libertango (ook een dans uiteraard) van Astor Piazzola improviseren de nimfen er lustig op los en zorgen daarmee voor een krachtig slot. Kortom: geen straf om zo voor een uurtje het bos in te worden gestuurd.