zaterdag 31 januari 2015

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   19   Beeldende kunst als inspiratiebron


Het begon in de Romantiek; Frans Liszt werd geïnspireerd door werken van Michelangelo en Rafael en schreef als eerste muziek op beeldende kunst. Debussy kreeg de geest voor zijn pianoprelude Danseuses de Delphi nadat hij in het Louvre Grieks beeldhouwwerk zag, de Zwitserse componist Vuataz kwam na het zien van een aantal zelfportretten van Rembrandt van Rijn tot zijn Suite d’après Rembrandt en Rachmaninov, Reger en Hallén vonden inspiratie bij het schilderij Het Dodeneiland van Böcklin en zo zijn er vele componisten die zich lieten inspireren door beeldende kunst, ook Ottorino Respighi. Hij schreef vier symfonische impressies geïnspireerd op glasschilderkunst. Zijn werk De Kerkramen bestaat uit De vlucht naar Egypte, St. Gregorius de Grote, De heilige Clara en De aartsengel Michaël. Ook de Trittico Botticelliano, een muzikaal drieluik op werken van de meester schilder uit de Renaissance, Sandro Botticelli - De lente, De geboorte van Venus en De aanbidding van de drie koningen – is van een grote schoonheid.
Naast de altijd fraai georkestreerde muziek van Ottorino Respighi (Bologna 1879 – Rome 1936) moet ook die van de Russische componist Modest Moessorgski worden vermeld. In zijn korte leven, (van 1839 tot 1881), liet ook hij zich inspireren door beeldende kunst. Hij was bevriend met de schilder Victor Hartmann. Een jaar na diens overlijden organiseerden vrienden een expositie als eerbetoon aan de schilder. Het greep Moessorgski aan en hij schreef kort daarna zijn suite De Schilderijententoonstelling (Pictures at an Exhibition) die uit 16 delen bestaat. Korte sfeervolle werken, met 4 keer een promenade. Hierin loop je met Moessorgski mee van het ene ,,schilderij” naar het andere.                    

maandag 26 januari 2015

zaterdag 24 januari 2015


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   18   Beestenboel

Van De kat van ome Willem tot Het hondje van Dirkie, tot het peerd van ome Loeks; en of het nu over twee motten gaat, over zeven kikkertjes of over het gezelschap van old McDonald, het gaat te ver alle liedjes waarin dieren een rol spelen op te voeren, bovendien tellen ook in wat klassieke muziek genoemd wordt de dieren mee en wil ik hier de aandacht op vestigen al vrees ik dat ik ook in deze niet volledig kan zijn. Een selectie dus. ‘Het feest van de spin’ van Albert Roussel is balletmuziek uit 1912, geschreven voor ballet - pantomime waarin behalve de spin een eendagsvlieg, een worm en een vlinder, ook mieren en bidsprinkhanen voorkomen. ‘De vlucht van de hommel’ oftewel ‘The Flight of the Bumblebee’ van Rimsky - Korsakov komt uit diens opera Tsaar Saltan uit 1900, gebaseerd op een lyrisch - episch sprookje van Alexander Poesjkin. De muziek begeleidt hier een scene waarin de hoofdpersoon een jonge prins verandert in een hommel en natuurlijk is er al sinds bijna 140 jaar het ballet Het Zwanenmeer, waar Tchaikovsky in 1876 reeds de muziek voor schreef. Naast de witte zwanen en de niet onbelangrijke zwarte is er in dit beroemde werk ook van een roofvogel sprake. In Prokofiev’s muzikale sprookje Peter en de wolf dat in 1936 in Moskou in première ging, spelen naast de wolf ook een eend, een kat en een vogeltje een rol. Het zijn werken die - al is het maar via de magische machine - nog allemaal te genieten zijn. Dat geldt ook voor de grappige compositie van Camille Saint - Saëns, uit 1898. Hanen, kippen, muilezels, kangoeroes, schildpadden, visjes en vogeltjes, een leeuw, een zwaan (waaruit later het korte ballet ‘De stervende zwaan’ voortgekomen is) een olifant en een koekoek komen er in voor, in geen enkel ander muziekstuk is het een grotere beestenboel dan hier in Het carnaval der dieren of het zou het korte werk uit 1942, de Circus Polka van Stravinsky moeten zijn, muziek in opdracht. Het telefoongesprek tussen opdrachtgever en componist moet ongeveer als volgt zijn gegaan; Een zekere Ballanchine, een choreograaf: Zou je een klein ballet willen schrijven? Stravinsky: Voor wie? Ballanchine: Voor een paar olifanten. Stravinsky: Hoe oud? 
Stravinsky wilde per se niet voor oude olifanten schrijven. Daar kon aan worden voldaan en zo gebeurde het dat enige tijd later vijftig olifanten (in roze tutuutjes) voor het hooggeëerd publiek op de Crircus Polka dansten. Dat zou nu niet meer kunnen.            
    

zaterdag 17 januari 2015


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   17   Haydn en een betere wereld

Hij wilde zich verstaanbaar maken, ook niet - kenners amuseren en aan zich binden. Vorige week, ergens rond de gebeurtenissen in Frankrijk werd ik, niet - kenner maar liefhebber met deugdelijke antennes denk ik, wakker met het vierde deel van Symfonie no. 88 van Joseph Haydn ( Rohrau 31 maart 1732 – Wenen 31 mei1809), vader van symfonie en strijkkwartet. Vanzelfsprekend heb ik eenmaal bij mijn positieven de 88 weer eens opgezocht en opnieuw beleefd en vroeg ik mij nagenietend misschien een tikkeltje overspannen af of dit werk de sleutel niet zou kunnen zijn. Ik durfde nog niet hardop te zeggen waar die sleutel dan op zou moeten passen maar luisterend naar het largo bijvoorbeeld zou de barbaar, de terrorist daar toch ook slappe knieën bij moeten krijgen. Het zou wat zijn. Een stapje dichter bij de wereldvrede via de muziek, via ondubbelzinnige vreugde en elegantie uit de 18e eeuw.
Toch was en is mijn gedachte niet helemaal wereldvreemd. Later stuitte ik, grasduinend in wat er zoal over Joseph Haydn is geschreven, op een lezenswaardig artikel van Bas van Putten in De Groene Amsterdammer van 7 januari 2005. Hierin vraagt de schrijver en musicoloog zich af of muziek een bijdrage zou kunnen leveren aan een betere wereld en bij wie komt hij uit? Bij Joseph Haydn. Van Putten noemt hem ‘De god van de deemoed’. Bij het grote publiek is de componist beter bekend als ‘Papa Haydn’. ‘Papa’ staat voor ‘lief’ en ‘onschuldig’ én voor ‘grapjas’ want grapjes máákt hij. Hij laat je niet direct schuddebuiken maar regelmatig glimlachen. Haydn was gek op vreemde modulaties, rare afgebroken frasen en gekke paukenslagen op een onverwacht moment. “Bij het luisteren naar Haydn maakt zich een zacht vertrouwen van je meester in de zuiverheid van het bestaan”, zegt Van Putten. De vorig jaar overleden dirigent en blokfluitist Frans Brüggen was van mening dat er een Haydn - academie zou moeten komen, “waar het publiek geleerd wordt te begrijpen wat de echte culturele waarden in de samenleving zijn”.                 

zaterdag 10 januari 2015

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   16   Twee pianoconcerten

De eerste violist bereidt zich voor op het derde deel van het pianoconcert, het allegro scherzando waarin hij meteen in actie moet komen. Dan blijkt dat het staartje van het tweede deel, het wonderschone adagio sostenuto waar de soliste mee doende is, een paar noten langer duurt dan hij verwacht… Camera’s vergroten uit, ieder rimpeltje in het voorhoofd, elk trekje van het bekje. Mooi moment. 
Het 2e pianoconcert van Sergei Rachmaninov (1873 – 1943) is meeslepend en melancholiek. Van zingen is hier uiteraard geen sprake maar je ,,hoort” in heel het werk Russische volksliederen (gezongen door een mannenkoor ergens aan de oever van de Wolga). Het concert staat in mineur maar al te zware kost is het niet. Door het luchtige derde deel en de frisse cadensen is het in balans en goed te verteren. De pianiste is niemand minder dan Hélène Grimaud die ik zeer bewonder. Samen met het Luzerne Festival Orchestra onder leiding van Claudio Abbado levert ze waarachtig werk en dat doet ze zeker ook met het pianoconcert in G groot van Ravel. Van de (laat) romantiek naar het impressionisme is hier een behoorlijke stap, maar een interessante - dus te doen. Het concert van Maurice Ravel (1875 - 1937) is lichter dan dat van Rachmaninov, geraffineerder ook en helder als kristal. In het dynamische allegramente, het eerste deel, is het vooral smullen van het samenspel tussen Grimaud en de blazerssectie. De eenheid die de pianiste met het Chambre Orchestra of Europe en dirigent Vladimir Jurowski vormt is ook in het delicate adagio en het puntige presto opvallend. Muziek van de bovenste plank!