Onder de vogels
met
MUS IN DE
HAAG
Even rust aan het Bomenhof, Pieter post, na de drukte van de
laatste weken. De Tweede Kooi is met reces en mijn vijf nakomelingen klein en
kaal, wachten nog wat en doen krachten op om strakjes uit te vliegen en later
in het jaar voor de eerste keer naar de stembus te gaan. De oudste weet nu al
welk vogelhokje hij gaat aankruisen….Geïnspireerd door het succes van de
groenlingen – op de natuur gaat minder worden bezuinigd – gaat hij voor die
partij. Je moet hem eens horen bazelen….Ik vrees dat hij later de politiek
ingaat. Nu al is hij benaderd
om mee te
schrijven aan het verkiezingsprogramma! Zie maar eens naar zijn eerste tekst:
“ZIJN WIJ VOGELS – ZO DIVERS VAN PLUIMAGE – NIET ALLEN GROENLINGEN?” Zeg nu
zelf, Pieter post, wat een retoriek….. en dat is nog maar het begin. Ik krijg
er gewoon
kippenvel van. Het zal toch
niet? Mijn kind kleine mus, een vogelmenner, een demagoog…. Maar kom, laat ik
niet te hard en al te somber van stapel lopen en vertrouwen hebben in zoonlief.
Gelukkig houdt hij zich niet bezig met Eigen Vogels Eerst, dat is al een hele
geruststelling. Maar pas op, laten we de kuifmees en consorten nog niet
afschrijven en ook de roodborstjes niet. Politiek is nu eenmaal een merkwaardige
sport en de kiezer wispelturig. Ik, mus in de haag, kan het weten helaas. Het
was trouwens een mooi geluid. Natuurlijk gaat er voor ons vogels niets boven
het kraken van eierschaal en het piepen van jongen maar het geluid van het uit
elkaar vallen van een krakkemikkige vogelkast is me even lief als de
zangkunsten van nachtegaal. Alleen zonde van de tijd natuurlijk, want die
zelfde krakkemikkige vogelkast heeft niets dan windeieren opgeleverd. Vogels
paaien met “je mag hier harder vliegen dan daar…” en verder maar wat kakelen en
krassen dat is nogal magertjes, vindt je niet? Ieder vogeltje zingt zoals het
gebekt is maar een bek opzetten is nog geen zingen zeg ik altijd maar.