zaterdag 29 november 2014

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   10   Een tedere Schumann

Het Italiaanse “affettuoso” staat voor “lief”, “warm”, “teder”. Het pianoconcert in A mineur van Robert Schumann ( Zwickau 8 juni 1810 – Endenich 29 juli 1856) vangt aan met het allegro affettuoso met aan de piano de beeldschone Khatia Buniatishvili, het orkest is het Frankfurt Radio Symfonie Orkest, de dirigent Paavo Järvi.
Hoe lief, warm en teder is nu dat allegro? Allereerst is er het kort maar krachtige intro van orkest en solist; nieuw leven kondigt zich aan stel ik mij er bij voor. Een kind komt ter wereld! Is het gezond? Komen de eerste huilgeluidjes? Ja, die komen snel en van ver lijkt het. Het leidmotief komt via de hobo, op kousenvoeten begeleid door de hoorn - sectie. Dan neemt de piano het over. Buniatishvili speelt met gevoel. Moeder krijgt het kindje op haar buik gelegd. Het besef van het wonder dringt door, de baby wordt aangestaard, bewonderd, gekust en geknuffeld. Het orkest stemt in, voegt toe. Lief allemaal, affettuoso, maar ook emotioneel. De klarinet laat zich horen. Herbeleving (leidmotief) van het grote moment, er wordt verslag gedaan, nu eens breeduit dan weer kort in samenvatting, afwisselend triomfantelijk en ingetogen. We horen de fluit en een dialoog tussen piano en hobo.
Teder is Schumann hier, als alles en iedereen rond een nieuw leven.
Het andantino grazioso is gracieus uiteraard en schattig. De baby is een kleuter inmiddels die een dansje voor de spiegel doet, de hond een knuffel geeft en met open mond de eerste sneeuw in haar leven begroet.
Even is er weer het leidmotief en zijn we bij het prille begin. Het allegro vivace dat hier direct op volgt is de logische ontlading. Het gaat goed met het kind en dat vieren we!               

zaterdag 22 november 2014


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   9   Over Haendel en een Frans ensemble

Het is ongeveer veertig jaar geleden; er was een fluitist op de televisie in het programma ‘Voor de vuist weg’ van Willem Duys. Een grote vent, brildragend, zwart montuur als dat van Buddy Holly ooit, speelde Haendel (ook ‘Händel’en‘Handel’): Air uit Water Music. Zus Hennie en ik waren onder de indruk. Waar de noten in de barokmuziek doorgaans sierlijk over elkaar heen tuimelen lieten Raymond Guiot (Roubaix 1930) en zijn ensemble horen dat deze in een hoger tempo gespeeld en in een jazzy jasje gestoken, ook aantrekkelijk kan klinken. Ik weet niet meer of ik hem heb gekregen of hem zelf heb aangeschaft maar enige tijd later was ik in het bezit van de langspeelplaat ‘Haendel with care’. Speels en raak als de titel is de muziek, alle 16 stukken. Guy Pedersen, contrabas Daniel Humair, slagwerk Michel Hausser, vibrafoon Georges Wertz, klavecimbel en de man die de arrangementen schreef, fluitist Raymond Guiot laten Haendel swingen.
Grasduinend in de muziek van George Friedrich Haendel ( Halle 23 februari 1685 – Londen 14 april 1759), vind ik veel moois; vele concerti grossi en ouvertures zijn sprankelend en stijlvol, zijn opera’s, oratoria, cantates, orgelconcerten en kerkmuziek, inclusief zijn beroemde Messiah spreken mij (vooralsnog) minder aan. GFH - violist, organist en clavecinist - componeerde meer dan 600 werken waaronder 40 opera’s. In 1710 na een verblijf in Italië waar hij zijn muziekstudie voltooide, werd hij hofkapelmeester in Hannover onder keurvorst Georg. Er was echter weinig werk en het genie vertrok zonder toestemming naar Engeland. Hij moest dat bekopen met zijn ontslag. Toen Georg van Hannover in 1714 koning van Engeland werd (King George I) hield de componist zich aanvankelijk schuil. Hij ensceneerde de verzoening met zijn vroegere werkgever zo is het verhaal, door de presentatie van zijn Water Music - Suite. King George liet het werk - bestaand uit drie delen, elk weer onderverdeeld in kortere stukken - tijdens een groot feest op de Theems maar liefst drie keer spelen, zo enthousiast was hij. Haendel pakte bij die gelegenheid fors uit met trompetgeschetter en hoorngeschal zoals hij dat jaren later in zijn Royal Fire Works deed voor King Georg II.
                
 

maandag 17 november 2014

Iemand zegt: hij ziet ze vliegen. Iemand spreekt de waarheid.

zaterdag 15 november 2014

Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   8   ‘Een engel’ en ‘een duivel’

Er is een tien stappenplan om ermee in contact te komen, van surfen op de magische machine wordt je wijs. Cherubijnen, Serafijnen, Tronen, Machten en Krachten. Engelen bestaan! En duivels? Ook. En elfen, zeemeerminnen en magische eenhoorns? Idem dito. Alles waar de mens in gelooft bestaat. Of er overal muziek in zit is een ander verhaal. De violist en componist Jean - Marie Leclair (Lyon, 10 mei 1697 – Parijs,  22 oktober 1764) speelde als een engel volgens de overlevering. (Één met talent dan toch). Hij is de grondlegger van de Franse vioolschool. Zijn vioolconcerten zijn elegant en subtiel. Zijn tijdgenoten Bach, Händel, Vivaldi en Corelli klinken door in zijn werk. Dat de stijl van de Italianen bij Leclair te herkennen is, is niet zo vreemd; hij nam les in Italië en ontmoette later Pierre Antonio Locatelli (Bergamo 3 september 1695 – Amsterdam 30 maart 1764), waarvan men zei dat hij als ‘een duivel’ speelde. Leclair speelde met Locatelli in Londen en aan het hof van Kassel en studeerde 5 jaar bij de Italiaan in Amsterdam. Zo ging een engel dus bij een duivel in de leer. Het leverde prachtmuziek op.
De muziek van Locatelli dan, die knettert, grijpt je bij de lurven, raakt je in de ziel. Luister naar zijn opus 4 nummer 5, Introduzione Teatrale met het vurige allegro, het fijngevoelige andante, leen je gehoor aan zijn vioolconcerten met de virtuoze capricci en misschien raak je ook in de ban van deze ‘duivel’ die maar liefst 35 jaar in Amsterdam zijn thuisbasis had. Hij woonde aan de Prinsengracht, waar hij ook zijn laatste adem uitblies.        

zaterdag 8 november 2014


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR


 Met de muziek mee   7   De aantrekkingskracht van de Italianen

We schrijven de 17e eeuw. De Engelsman William Gilbert legt een verband tussen elektriciteit en magnetisme, de Duitser Otto von Guericke komt met een apparaat waarin statische elektriciteit wordt opgewekt. De muziek van de Italianen knettert! De vonken vliegen er vanaf als bij erupties van Etna en Vesuvius. Albinoni, Corelli, Galuppi, Locatelli, Marcello, Vivaldi en vele anderen, het zijn in zekere zin de Carravagisten van de muziek. De vaste baslijnen; veelal ingevuld door klavecimbel, bas en fagot, schilderen het obscure. Viool, fluit en hobo menigmaal de explosie van licht. De gloeilamp is er nog niet maar (hoog)spanning alom! De barokcomponist wil de luisteraar prikkelen. De muziek is elegant en expressief. Ook de kanonnen Johann Sebastian Bach en Georg Friedrich Handel zijn onder de indruk  van het vermogen wat m.n. Albinoni en Vivaldi genereren. De Italiaanse componisten elektriseren.
Barokmuziek was voor mij liefde op het eerste gezicht met hierbij de aantekening dat vooral mijn gehoor godzijdank nog in orde was. Een muzikale reis door de tijd volgde en regelmatig word ik weer verrast en verrijkt maar steeds ook beland ik weer bij hen die mij pas echt een goed humeur bezorgen. Vorige week kwam ik Carlo Tessarini op het spoor. Nieuw voor mij! Men tast in het duister omtrent zijn geboortejaar, vermoedelijk 1690, en zijn geboorteplaats was mogelijk Amsterdam, zijn vader was zeeman. In 1766, aan het begin van het klassieke tijdperk is hij overleden. Ook zijn nalatenschap geeft die positieve prikkels. Of er een verband bestaat tussen elektriciteit, magnetisme en Italiaanse barokmuziek? Allicht. 

zaterdag 1 november 2014


Uit de schuur geklapt
NOTITIES VANUIT DE SCHUUR

Met de muziek mee   6   ‘The Dutch Vivaldi’ en ‘De Engelse Bach’

Ook Nederland had een (bescheiden) aandeel in de oude muziek. Er was eerst in de renaissance de organist en componist Pieter Sweelinck en wat later in de Barok - periode  Willem de Fesch. Hij leefde van 1687 tot 1761. De Fesch, wiens wieg in Alkmaar stond, werd geïnspireerd door de muziek van de giganten Händel, Vivaldi en Corelli. Men noemde en noemt hem wel The Dutch Vivaldi. Zelfs voor een kleine kenner als ik is daar na het beluisteren van de concerten die bewaard zijn gebleven - veel van zijn muziek is helaas verloren gegaan - wat voor te zeggen. Zijn werken hebben het vrolijke en extroverte dat zo karakteristiek is voor de muziek van de Italiaanse meester. Goed gezelschap op een (regenachtige) herfstmiddag! Een pracht alternatief is de muzikale nalatenschap van Johann Christian Bach (1735 – 1782), elfde zoon van Johann Sebastian, door zijn jarenlange verblijf in Londen ook wel de Londense Bach en de Engelse Bach genoemd en door Wolfgang Amadeus Mozart hogelijk gewaardeerd. De melodieuze muziek van J C Bach was  een aantal decennia zeer populair, vooral bij de Engelse liefhebber. Veel moois - symfonieën, concerten voor klavecimbel en piano - is er van hem te vinden op de magische machine, veelal uitgevoerd door de The Hanover Band onder leiding van Anthony Halstead. Maestro; music!